
Gisteren heb ik m’n belastingformulier gedownloaded. Ik kreeg de gegevens van mij en van Hennie, als ik me met DigiD aanmeldde, keurig meegestuurd. Fluitje van ’n cent!
In de 70-er jaren ergerde ik me groen aan ’t jaarlijkse tafereel over de kinderbijslag. Ieder jaar moest ik invullen of ik getrouwd was, met wie en wanneer, gescheiden, overleden, ga zo maar door. De namen van de kinderen met geboortedatum studerend, thuiswonend, ga zomaar door. Ieder jaar steeds weer die idiote vragen. Na ’n jaar of 10 kwamen ze daar in Den Haag erachter dat ze ook als eerste vraag konden informeren: Is er in ’t afgelopen jaar iets veranderd in de gezinssamenstelling? Zo niet, onderteken ’t formulier, KLAAR!
Ook de belastingdienst kent alle gegevens. Toch willen ze dat ik hun formulier invul. Al die formulieren die ze zelf bijna helemaal ingevuld hebben, worden door ambtenaren gecontroleerd. Wat ’n bureaucratisch gedoe. Begin ’t volgend jaar met de vraag: Is er in ’t afgelopen jaar iets veranderd in uw leefomstandigheden? Zo niet, onderteken ’t formulier, KLAAR!
En nu ’t derde achterlijk gebruik. Vandaag zijn er verkiezingen. De politiek wil mijn stem hebben. Zelfs Piet van Toon roept zijn bezoekers op te gaan stemmen. Niet stemmen is ´n verloren stem. Dus loop ik straks als Hennie terug is van haar moeder in Nederweert, naar ´t Dal. In die school is vandaag ´t stembureau gevestigd. We hebben beiden ´n mooi stemformulier ontvangen en ´n lijst met namen, veel namen, heel veel namen van onbekende Limburgers. Daar mogen we er één van uitkiezen. Dus op naar ´t Dal, papiertje inleveren, pas of rijbewijs laten zien en dan ´t stemhokje in. Daar ligt ´n rode potlood klaar. ´t Moment surprème is aangebroken. Ik mag ´n bolletje ROOD maken. Tenslotte moet je dat formulier in ´n bus gooien. KLAAR!
Thuis gekomen neem ik plaats achter mijn computer om wat bankzaken te regelen. KLAAR. Zo kan ´t ook, denk ik. Zo zouden we de volgende keer ook kunnen gaan stemmen, met de computer. Je DigiD intikken, bolletje aanklikken. KLAAR!
In de 70-er jaren ergerde ik me groen aan ’t jaarlijkse tafereel over de kinderbijslag. Ieder jaar moest ik invullen of ik getrouwd was, met wie en wanneer, gescheiden, overleden, ga zo maar door. De namen van de kinderen met geboortedatum studerend, thuiswonend, ga zomaar door. Ieder jaar steeds weer die idiote vragen. Na ’n jaar of 10 kwamen ze daar in Den Haag erachter dat ze ook als eerste vraag konden informeren: Is er in ’t afgelopen jaar iets veranderd in de gezinssamenstelling? Zo niet, onderteken ’t formulier, KLAAR!
Ook de belastingdienst kent alle gegevens. Toch willen ze dat ik hun formulier invul. Al die formulieren die ze zelf bijna helemaal ingevuld hebben, worden door ambtenaren gecontroleerd. Wat ’n bureaucratisch gedoe. Begin ’t volgend jaar met de vraag: Is er in ’t afgelopen jaar iets veranderd in uw leefomstandigheden? Zo niet, onderteken ’t formulier, KLAAR!
En nu ’t derde achterlijk gebruik. Vandaag zijn er verkiezingen. De politiek wil mijn stem hebben. Zelfs Piet van Toon roept zijn bezoekers op te gaan stemmen. Niet stemmen is ´n verloren stem. Dus loop ik straks als Hennie terug is van haar moeder in Nederweert, naar ´t Dal. In die school is vandaag ´t stembureau gevestigd. We hebben beiden ´n mooi stemformulier ontvangen en ´n lijst met namen, veel namen, heel veel namen van onbekende Limburgers. Daar mogen we er één van uitkiezen. Dus op naar ´t Dal, papiertje inleveren, pas of rijbewijs laten zien en dan ´t stemhokje in. Daar ligt ´n rode potlood klaar. ´t Moment surprème is aangebroken. Ik mag ´n bolletje ROOD maken. Tenslotte moet je dat formulier in ´n bus gooien. KLAAR!
Thuis gekomen neem ik plaats achter mijn computer om wat bankzaken te regelen. KLAAR. Zo kan ´t ook, denk ik. Zo zouden we de volgende keer ook kunnen gaan stemmen, met de computer. Je DigiD intikken, bolletje aanklikken. KLAAR!